De opgang: Opdracht

Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit

Titel De opgang
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 5 | Intertekstualiteit
Studielast 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Intertekstualiteit
Je leert onderzoeken wat het effect is van intertekstualiteit op de betekenis van een literair werk.
Gemaakt door Dietske van den Berg-Geerlings
Bron Bron 1 (PDF)
Bron 2
Bron 3

A

  1. Ben je tijdens het lezen van De opgang bewust verwijzingen tegengekomen naar andere werken uit de wereldliteratuur? Zo ja, welke?
  2. Wat doe jij normaal gesproken als je deze tegenkomt? Zoek je ze op, of laat je ze voor wat ze zijn? Leg je antwoord uit.


B

  1. Het eerste deel van De opgang begint met een citaat uit Dantes De goddelijke komedie: ‘En dit maakte mij trager om te vragen’. Het komt uit de derde zang van het deel ‘Het paradijs’. Bestudeer deze derde zang (bron 1). Hertmans heeft een andere vertaling gebruikt. Het citaat dat hij gebruikt heeft, is echter nog duidelijk te herkennen aan het eind van deze zang. Welk(e) element(en) uit de derde zang, inclusief het citaat, kun je in verband brengen met (het eerste deel van) De opgang?
  2. Het tweede deel begint met ‘... en open lag nu de lange, duistere gang’ van Raymond Brulez uit Mijn woningen. Lees bron 2 over Mijn woningen. Leg op basis van dit artikel uit wat het verband is tussen dit werk, inclusief het citaat, en (het tweede deel van) De opgang.
  3. Het derde deel begint met een citaat uit Tijl Uilenspiegel: ‘Toen hij nu die schelmenstreek had uitgehaald, bleef hij niet lang meer in Neurenberg en trok weer verder, want hij wilde niet graag dat het uitkwam wat hij had gedaan.’ Zoek op internet wie Tijl Uilenspiegel was en zoek het verband tussen deze figuur, het citaat en (het derde deel van) De opgang.
  4. Leg uit waarom het boek van Willems zoon, Adriaan Verhulst, Zoon van een ‘foute’ Vlaming, van groot belang is geweest bij de totstandkoming van De opgang. In bron 3 vind je overigens de volledige tekst van dit boek, mocht je daar belangstelling voor hebben.


C

Maak een korte presentatie waarin je uitlegt wat intertekstualiteit in De opgang van Stefan Hertmans bijdraagt aan de betekenis van de roman. Gebruik daarvoor de opbrengsten uit onderdeel B. Overleg met je docent of je deze presentatie ook kunt houden.