De opgang: Opdracht

Opdracht niveau 3 | Bronnen

Titel De opgang
Niveau boek niveau 4
Opdracht niveau 3 | Bronnen
Studielast 3 uur
Werkvorm Individueel
Focus Gebruik van bronnen
Je leert reflecteren op het effect van gebruik van bronnen in literatuur.
Gemaakt door Dietske van den Berg-Geerlings

A

  1. Houd jij zelf een dagboek bij of fotoboeken? Waarom doe je dat wel/niet?
  2. Zijn er in jouw familie oude dagboeken of brieven van familieleden bewaard gebleven? Zo ja, heb je die wel eens bekeken? 


B

In De opgang zijn diverse bronnen te vinden: afbeeldingen, stukken uit dagboeken, memoires, getuigenissen. Via deze opdracht breng je in kaart wat Hertmans bij het schrijven van De opgang zoal gebruikt heeft. 

  1. Noteer alle bladzijdenummers waar een afbeelding staat en noteer kort daarbij om wat voor een afbeelding het gaat.
  2. Noteer alle nummers van bladzijden waarop een citaat is te vinden (vaak schuingedrukt, maar niet altijd) uit een persoonlijke brief of dagboek. Noteer kort om wat voor citaat het gaat.
  3. Noteer alle bladzijdenummers waar een citaat staat uit een medisch of detentiedossier, of archief. 
  4. Bekijk de bronnenlijst die Hertmans achter in De opgang heeft opgenomen. Wat kom je nog meer tegen aan bronnen, behalve dagboeken, brieven, of dossiers? 


C

Kies uit de bij B genoemde bronnen een drietal citaten en/of afbeeldingen en beantwoord over deze drie bronnen de volgende vragen:  

  1. Welke informatie geeft deze bron precies?
  2. Wat heeft de bron precies te maken met de zoektocht naar het verleden van Willem Verhulst?
  3. Geeft deze bron voor jou als lezer een meerwaarde aan het verhaal als geheel? Waarom wel/niet? 


D

Maak een korte presentatie over de vraag in hoeverre bronnen een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan een literair werk. Besteed bij de beantwoording van deze vraag aandacht aan het effect van het gebruik van bronnen in De opgang, waarbij je de opbrengsten uit B en C gebruikt. Overleg met je docent of je de presentatie ook kunt houden.