NB Lees eerst de opdracht voordat je aan het boek begint.

Sommige bronnen bij deze opdracht zijn recensies die je op LiteRom kunt vinden. Voor het gebruik van LiteRom geldt: je moet lid zijn van de plaatselijke bibliotheek; dan kun je inloggen met je bibliotheekaccount. 

Sommige mensen lezen de flaptekst van een roman nóóit voordat ze het boek helemaal gelezen hebben. Ze zijn bang dat een beknopte weergave van de inhoud hun leesplezier wegneemt. Ook vrezen ze dat de ronkende reclameteksten met woorden als ‘overrompelend’, ‘magistraal’, ‘een absolute aanrader’ of ‘van wereldklasse’ hun oordeel over het boek zullen beïnvloeden. Maar is het wel mogelijk om een echt onafhankelijk oordeel over een boek te vellen? Je kunt je namelijk moeilijk afsluiten van alles wat er al over een roman die je wilt lezen, gezegd is, zeker als het een boek betreft dat een grote literaire prijs krijgt of in een bestsellerlijst staat. Hoe zorg je er nu voor dat je toch een eigen oordeel kunt vellen? De beste manier is misschien om tijdens en ná lezing van het boek aantekeningen te maken met een ‘zo onafhankelijk mogelijke’ waardering en daarna een aantal recensies te lezen, liefst met tegengestelde meningen. Die vergelijk je dan met je aanvankelijke ‘frisse’, onbevangen kijk op het boek.  

A

1. Noteer tijdens en ná lezing van Ik kom hier nog op terug in korte schetsen wat jou opvalt aan het boek. Kies zelf een aantal aandachtspunten, pakweg vier. Je kunt denken aan gebruikelijke zaken als de opbouw van het verhaal, het verloop van gebeurtenissen, de ontwikkeling van karakters, de spanning, de vaart (of vertraging) van de vertelling, de stijl, de thematiek. Maar deze roman nodigt je misschien ook uit om andere zaken te noemen, zoals de logica, de (on)waarschijnlijkheid van het gebeurde, de absurditeiten, de tegenstellingen, het onbegrijpelijke. 
2. Zoek en noteer bij jouw aandachtspunten een paar voorbeelden uit het boek.
3. Maak een aantekening over (de verklaring van) de titel.
4. Herlees de proloog en epiloog 'De man op de brug'. Bepaal de relatie tussen deze twee stukken en het middenstuk dat het grootste deel van de roman omvat. Noteer welke symboliek en betekenis die twee stukken hebben. Geef aan wat je als lezervan deze omlijsting vindt.

B

Lees bron 1, 2, 3 en 4.

1. Noteer in hoeverre de recensies in bron 1, 2 en 3 (erg) positief, gematigd (neutraal) of (erg) negatief zijn over de roman.
2. Noteer welke aspecten in het boek geroemd of juist afgekraakt worden.
3. Het juryrapport (bron 4) zegt kort iets over de roman. Welk oordeel hebben de leden van de jury kennelijk?
4. Vergelijk nu deze opvattingen over het boek met jouw oordeel, zoals verwoord in A1, A3 en A4. Let ook op zaken die jij wel noemt, maar die in de drie recensies en in het juryrapport geen aandacht krijgen. Noteer een en ander in steekwoorden. 
5. Heeft deze werkwijze jou geholpen om een eigen, onafhankelijk oordeel over de roman te geven? Leg uit.

C

Schrijf voor een site over literatuur voor jonge mensen een korte eigen recensie van ca. 300 woorden over Ik kom hier nog op terug. Verwerk daarin wat je bij A en B genoteerd hebt.