De verdronkene: Opdracht
Opdracht niveau 3 | Personages
Lidy gaat dood en Armanda neemt Lidy's leven over. Op het eerste gezicht lijkt het alsof Armanda het beter heeft getroffen dan Lidy, maar is dat eigenlijk wel zo? In deze opdracht ga je proberen een antwoord op deze vraag te geven.
Titel | De verdronkene |
---|---|
Niveau boek | 4 |
Opdracht | niveau 3 | Personages |
Studielast | 1 uur |
Werkvorm | individueel |
Focus | personages |
Je leert | reflecteren op het gedrag van personages. |
Gemaakt door | Marie-José Mulders |
A
Vul, voordat je de vragen van onderdeel B en C gaat beantwoorden, onderstaande tabel in. Geef bij de woorden uit de linkerkolom aan hoe de personages hun rol vervulden. In de rechterkolom geef je uitleg waarop je je antwoord baseert. Geef hierbij voorbeelden uit het boek. De vraag is dus: hoe zijn Lidy en Armanda als moeder, echtgenoot en als dochter?
Lidy | Armanda | Uitleg met voorbeelden | |
---|---|---|---|
Moeder | |||
Echtgenoot | |||
Dochter |
B
Vraag 1
Waarom vraagt Armanda aan Lidy om naar Zeeland te gaan?
Vraag 2
Waarom zou Armanda moeite hebben om met Sjoerd te vrijen?
Vraag 3
Waarom scheiden Sjoerd en Armanda?
Vraag 4
Is Armanda gelukkig? Waarom denk je dat?
Vraag 5
Welke verkeerde keuzes maakt Lidy?
Vraag 6
Is Lidy bang voor de dood?
C
Nu je deze vragen beantwoord hebt, kun je komen tot het antwoord op de hoofdvraag van deze opdracht: 'Wie is beter af, Lidy of Armanda?' Licht je antwoord toe.