Bor: Opdracht

Opdracht niveau 1 | Betekenis

Titel Bor
Niveau boek niveau 2
Opdracht niveau 1 | Betekenis
Studielast 1 uur
Werkvorm individueel
Focus focus
Je leert beargumenteren waarom een omslag wel of niet bij een verhaal past
Gemaakt door Metteke de Vries-Kolman

Let op: opdracht A maak je voordat je het boek leest!

A

Vraag 1

Stel je voor: je moet een boek uitzoeken voor school en je ziet deze twee boeken liggen. Van het verhaal weet je niks, je gaat uitsluitend op de voorkant af. Welke zou je eerder kiezen: A of B? Licht je keuze toe.

B

Vraag 1

Een omslag maken voor een boek is geen eenvoudige opgave. Hoe zorg je ervoor dat een plaatje en een titel een idee geven van een verhaal van zoveel bladzijden? Voor deze opdracht bekijken we drie manieren waarop je dat zou kunnen doen:

Manier 1:
Je zou een voorkant kunnen kiezen die de sfeer van het boek/het gevoel dat het boek oproept, goed weergeeft. Denk aan: somber, vrolijk, eng, droevig, gelukkig.

Manier 2:
Je zou een voorkant kunnen kiezen waarmee het belangrijkste personage van het boek al duidelijk wordt: man/vrouw, leeftijd, uitstraling.

Manier 3:
Je zou een voorkant kunnen kiezen die een belangrijke scene/gebeurtenis uit het boek weergeeft: het moment waarop het mis gaat, of juist goed komt, bijvoorbeeld.

Kijk nog eens naar de twee voorkanten van Bor, bij opdracht A. Vul in onderstaand schema in of de voorkant voldoet aan wat hierboven staat. Vergeet niet uitleg te geven.

Voorkant Geeft sfeer goed weer (ja/nee + uitleg) Geeft personage goed weer (ja/nee + uitleg) Geeft belangrijke gebeurtenis weer (ja/nee + uitleg)
A: binnenstad Amsterdam
B: schreeuwend hoofd

C

Vraag 1

Bij opdracht A heb je een keuze gemaakt. Kijk nog eens naar de tabel bij opdracht B. Is de keuze die je bij A hebt gemaakt ook de kaft die het beste bij het boek past? Waarom (niet)?


Vraag 2

Er zijn natuurlijk nog duizenden andere voorkanten mogelijk bij Bor. Stel je voor: jij krijgt van de uitgever de opdracht een voorkant te maken die aan alle drie de eisen hierboven moet voldoen. Beschrijf hoe jouw voorkant eruit zou zien. Je mag de voorkant natuurlijk ook tekenen, of op de computer maken (met een foto).


Vraag 3
Vergelijk jouw kaft met de twee kaften bij opdracht A. Welke vind je beter? Leg uit waarom en baseer je antwoord op de antwoorden die je gaf bij alle voorgaande opdrachten.