De bijzondere woorden van Gioia: Opdracht

Opdracht niveau 4 | Thema

Titel De bijzondere woorden van Gioia
Niveau boek 3
Opdracht niveau 4 | Thema: filosofie
Studielast 2 à 3 uur
Werkvorm individueel
Focus thema: filosofie
Je leert te reflecteren op filosofische ideeën in het verhaal.
Gemaakt door Frits Dijkstra

A

1. Heb jij filosofie op school? Zo ja, wat vind je van dat vak? Zo nee, zou je graag filosofie willen hebben? Leg uit.

2. Probeer in eigen woorden te vertellen wat filosofie precies is.

B

Herlees hoofdstuk 10 van deel 1 (bladzijde 55-59). Meneer Bove gebruikt de metafoor van het gebakje om ons leven te beschrijven.

1. Wat wil meneer Bove ermee zeggen dat hij bepaalt wie als eerste een gebakje mag kiezen?

2. Waarom is het volgens meneer Bove niet slim om het lekkerste deel van het gebakje als laatste op te eten?

3. Meneer Bove zegt dat de enige zekerheid is dat niemand ooit zijn taartje helemaal op krijgt. Wat bedoelt hij daarmee?

4. Probeer nu de levensfilosofie van meneer Bove in een zin samen te vatten.

“Het leven dat ons overkomt is het leven dat ons overkomt. Ik weet dat er honderden theorieën bestaan over het lot, karma of goddelijke gerechtigheid. Aristoteles, Hegel en zelfs Schopenhauer waren het er allemaal over eens dat er een exact plan bestaat, een vooraf vastgelegd schema van oorzaken en gevolgen. Mijn idee is echter dat het allemaal, maar dan ook allemaal, louter en alleen een kwestie is van mazzel.” (blz. 57) 

5. Denk jij dat je hele leven al vastligt of overkomt het je? Wordt je leven geleid door mazzel of geluk? Of is er iets anders dat je leven stuurt? Schrijf de eerste alinea (minimaal 100 woorden) van een e-mail naar meneer Bove waarin je jouw eigen theorie over het leven uiteenzet.

C

Herlees hoofdstuk 7 van deel 3 (blz. 394-396). Meneer Bove gebruikt de metafoor van de weegschaal en de steentjes.  

1. Waarom protesteert de hele klas wanneer meneer Bove vertelt dat de zoon van de timmerman ziek is?

2. Waarom vertelt meneer Bove het verhaal van vader en zoon in drie delen, en niet in één keer?

3. Meneer Bove noemt twee morele regels: (1) het is verdomd moeilijk om te zeggen wie gelijk heeft en wie ongelijk; (2) oordeel alleen over het leven van anderen als je echt moet. Ben jij het eens met beide regels? Breid de e-mail aan meneer Bove uit met een alinea waarin je uitlegt wat jij vindt van deze twee morele regels.

D

Herlees hoofdstuk 2 van de finale (blz. 408-410). Meneer Bove en Gioia filosoferen met elkaar. Er komen twee ideeën over liefde naar voren: (1) Liefde speelt zich af in het donker: het licht van de rede past daar niet bij. Liefde is waanzin. (2) Liefde is het tegenovergestelde van waanzin: je geneest juist als je van iemand houdt.

Schrijf nu de derde alinea van de mail aan meneer Bove. Geef daarin je eigen visie op liefde, of kies een van de twee opties hierboven en leg uit. Sluit je e-mail daarna netjes af.  

E

Ben je in het verhaal nog een ander filosofisch idee tegengekomen dat jij mooi vindt? Leg je antwoord uit.